Op 21 september 2021 is, samen met de andere begrotingsstukken, het Belastingplan 2022 gepresenteerd, met daarin de fiscale plannen en wijzigingen voor het komende jaar. Naar verwachting zullen deze plannen ook worden uitgevoerd, maar mogelijk zijn deze nog aan verandering onderhevig. Ondanks dat er minder ontwikkelingen zijn dan in voorgaande jaren, zijn op Prinsjesdag meer dan genoeg veranderingen besproken. Wij zetten in deze nieuwsbrief daarom de belangrijkste fiscale ontwikkelingen nog even op een rij.
Inkomstenbelasting
Wijziging box 1 tarieven
De tarieven in box 1 worden in 2022 iets verlaagd. Hoewel het toptarief gelijk blijft, daalt het basistarief van 37,10 % naar 37,07%. Deze lichte daling zal zich blijven voortzetten, aangezien het basistarief in 2023 verder wordt verlaagd naar 37,05% en naar 37,03% in 2024. Voor AOW-gerechtigden daalt het basistarief van 19,20% naar 19,17% in 2022.
De nieuwe tarieven kunnen als volgt worden weergegeven:
Tarieven inkomstenbelasting 2022, niet AOW-gerechtigd (2022: 66 jaar en 7 maanden)
Belastbaar inkomen vanaf | Tot | Tarief vanaf 2022 (incl. premies volksverzekeringen) |
0 | € 69.398 | 37,07% |
€ 69.398 | – | 49,50% |
Tarieven inkomstenbelasting 2022, AOW-gerechtigd (geboren na 1946)
Belastbaar inkomen vanaf | Tot | Tarief vanaf 2022 (incl. premies volksverzekeringen) |
0 | € 35.472 | 19,17% |
€ 35.472 | € 69.398 | 37,07% |
€ 69.398 | – | 49,50% |
Tarieven inkomstenbelasting 2022, AOW-gerechtigd (geboren voor 1946)
Belastbaar inkomen vanaf | Tot | Tarief vanaf 2022 (incl. premies volksverzekeringen) |
0 | € 35.941 | 19,17% |
€ 35.941 | € 69.398 | 37,07% |
€ 69.398 | – | 49,50% |
Heffingskortingen
De algemene heffingskorting wordt iets verhoogd van € 2.837 naar € 2.874 voor niet AOW-gerechtigden. Voor AOW-gerechtigden stijgt deze van € 1.469 naar € 1.487.
De arbeidskorting wordt iets verhoogd naar maximaal € 4.260 voor niet AOW-gerechtigden en naar maximaal € 2.204 voor AOW-gerechtigden.
De maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt verlaagd van € 2.815 naar € 2.534.
De ouderenkorting en de alleenstaande-ouderenkorting worden daarentegen verhoogd. De ouderenkorting stijgt van € 1.703 naar € 1.726 en de alleenstaande-ouderenkorting van € 443 naar € 449.
Verlaging zelfstandigenaftrek
De zelfstandigenaftrek wordt in 2022 verder verlaagd naar € 6.310. Op dit moment bedraagt deze nog € 6.670. Het kabinet is van plan om de komende jaren de zelfstandigenaftrek in ongelijke stappen verder te verlagen. Uiteindelijk is het doel dat de zelfstandigenaftrek in 2036 € 3.240 bedraagt.
Beperking aftrekposten
Het maximale tarief waartegen bepaalde aftrekposten kunnen worden afgetrokken, wordt verlaagd. Zo mag de hypotheekrente in 2022 maar tot maximaal 40% worden afgetrokken. In 2023 wordt het tarief verder verlaagd naar 37,05%. Dit zal ook gelden voor andere aftrekposten, zoals de ondernemersaftrek, de mkb-winstvrijstelling en de terbeschikkingstellingsvrijstelling.
Box 3
In 2022 wordt het heffingsvrij vermogen verhoogd naar € 50.650 per belastingplichtige. Momenteel bedraagt dit € 50.000. Voor fiscale partners wordt het gezamenlijke heffingsvrije vermogen dan ook verhoogd naar € 101.300.
Helaas bevat het Belastingplan 2022 geen concrete plannen voor een systeem waarbij belasting op basis van het werkelijke rendement wordt geheven.
Vennootschapsbelasting
In 2022 wijzigen de tarieven voor de vennootschapsbelasting opnieuw. Hoewel het lage tarief gelijk blijft, zal deze van toepassing zijn tot een belastbaar bedrag van € 395.000 in plaats van € 245.000. Het hoge tarief zou oorspronkelijk ongewijzigd blijven, maar tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen heeft het kabinet het plan aangekondigd om deze toch te verhogen naar 25,8%. Gezien de steun in de Kamer zal deze wijziging waarschijnlijk worden aangenomen.
Dit zal dan tot de volgende tarieven leiden:
Belastbaar bedrag vanaf | Tot | Tarief vanaf 2022 |
0 | € 395.000 | 15% |
€ 395.000 | – | 25,8% |
Loonbelasting
Vanwege de coronacrisis heeft het kabinet tijdelijk de vrije ruimte binnen de werkkostenregeling verruimd. Zo is het nu mogelijk om tot 3% van de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom, belastingvrije vergoedingen aan werknemers te geven. In 2022 zal de verruiming niet van toepassing zijn, waardoor dit percentage daalt naar 1,7%. Voor het restant van de loonsom blijft het percentage gelijk aan 1,18%.
Verder introduceert het kabinet een nieuwe gerichte vrijstelling voor het vergoeden van thuiswerkkosten. Momenteel kunnen deze alleen belastingvrij worden vergoed als deze ten koste gaan van de vrije ruimte. De vrijstelling is echter beperkt, aangezien deze € 2 per thuiswerkdag bedraagt. Belangrijk om op te merken is dat het geven van een thuiswerkvergoeding niet mogelijk is, als die dag ook reiskostenvergoeding wordt betaald. Dit geldt ook niet als op die dag een deel wordt thuisgewerkt en deels op kantoor. Een uitzondering hierop is wanneer een zakelijke reis moet worden ondernomen naar een klant, niet zijnde woon-werkverkeer. In dit geval is een combinatie van thuiswerkvergoeding en reiskostenvergoeding wel mogelijk.
De belastingvrije vaste reiskostenvergoeding doorbetalen tijdens thuiswerkdagen zal vanaf 2022 dan ook niet meer mogelijk zijn. Dit kan alleen voor dagen waarop een werknemer ook daadwerkelijk naar kantoor reist.
Milieu
Milieu-investeringsaftrek (MIA)
De percentages voor de verschillende categorieën van de MIA worden in 2022 verhoogd. Afhankelijk van de omstandigheid of een bedrijfsmiddel op de milieulijst staat, kan deze worden ingedeeld in één van de drie categorieën. Op dit moment kunnen bedrijfsmiddelen in categorie I voor 36% van het investeringsbedrag worden afgetrokken, bedrijfsmiddelen in categorie II voor 27% en bedrijfsmiddelen in categorie III voor 13,5%. Vanaf 2022 zullen deze percentages respectievelijk 45%, 36% en 27% bedragen.
Welke bedrijfsmiddelen in 2022 tot welke categorie behoren, zal naar verwachting medio december bekend worden gemaakt wanneer de nieuwste milieulijst wordt gepubliceerd.
Bijtelling emissie vrije personenauto’s
De catalogusprijs waarover de maximale korting op de bijtelling voor emissievrije personenauto’s van toepassing is, wordt vanaf volgend jaar in twee stappen verlaagd. Vanaf 1 januari 2022 geldt de verlaagde bijtelling van 16% over maximaal € 35.000 van de catalogusprijs en vanaf 1 januari 2023 over maximaal € 30.000. Hierboven geldt een bijtellingspercentage van 22%.
Subsidie elektrische personenauto’s
In 2022 wordt meer geld beschikbaar gemaakt voor de Subsidieregeling Elektrische Personenauto’s Particulieren (SEPP). Dit is een subsidie voor particulieren die een elektrische auto kopen of leasen, zowel nieuw als tweedehands. Het subsidiebudget voor nieuwe elektrische auto’s bedraagt 71 miljoen euro, bijna vijf keer zoveel als in 2021. Voor gebruikte auto’s wordt 20,4 miljoen euro beschikbaar gemaakt, terwijl het budget dit jaar 7 miljoen euro is. De subsidie per auto wordt wel verlaagd naar
€ 3.350 voor nieuwe auto’s en € 2.000 voor tweedehands auto’s. Deze regeling is van toepassing op auto’s die op of na 1 januari 2022 worden aangeschaft en kan vanaf 3 januari 2022 worden aangevraagd.